In gesprek met...

In gesprek met Liesbeth Hoogendijk: Zelfstandig blijven wonen? Niet zonder de mantelzorger

Nienke Oort
geschreven Door:
Nienke Oort
Thuiswonende ouderen kunnen steeds minder een beroep doen op de formele zorg. Een ziekenhuis heeft snel het bed weer nodig voor de volgende patiënt en als de dagbesteding even geen personeel heeft die dag, blijft de oudere dus thuis. De druk op de mantelzorger wordt met deze tendens steeds zwaarder. Hoe gaan we ervoor zorgen dat de formele en informele zorg beter kunnen samenwerken en elkaar gaan ondersteunen in plaats van belasten?

Hierover gaan we in gesprek met vertrekkend directeur Liesbeth Hoogendijk van MantelzorgNL. ‘Mantelzorgers worden nog te weinig gezien als gelijkwaardig partners in de zorg voor onze ouderen. Terwijl zij zo mogelijk eerdaags wél de belangrijkste rol gaan spelen in de zorg voor deze doelgroep. Daar zit iets scheef dat rechtgebreid moet worden’, steekt zij van wal.

Afvoerputje van overbelaste zorg

Volgens Liesbeth dreigt de mantelzorger nu het afvoerputje van de overbelaste zorg te worden. ‘In voorbeelden hierboven genoemd, komt de braakliggende zorg ongevraagd op het bordje van de mantelzorger te liggen: jouw probleem. De mantelzorger is kwetsbaar omdat hij of zij zorg verleent aan iemand van wie diegene houdt. Er is sprake van een emotionele en familiaire band. Een mantelzorger zal zijn zorgvrager niet snel aan zijn lot overlaten en dus wordt alles maar geslikt. Vandaag de dag voelt al 1 op de 10 mantelzorgers zich zwaar belast. Dit gaat in de toekomst erger worden als we nu geen maatregelen nemen.’

Van eenrichtingsverkeer, tweerichtingsverkeer maken

Liesbeth vervolgt: ‘Op dit moment is het te veel eenrichtingsverkeer in de “samenwerking” tussen formele en informele zorg. Als de professionele zorg het niet aan kan, komt het dus op het bordje van de mantelzorger. En de mantelzorger kan eigenlijk niet terecht met zijn vragen of problemen bij de professional. Wat ons betreft zou er in de formele zorg meer declarabele tijd beschikbaar moeten komen, zodat de professional de mantelzorger meer kan begeleiden in de zorg voor zijn of haar naaste. Nu is die tijd er niet en staat de mantelzorger met lege – of eigenlijk dus overvolle - handen.’

Gelijkwaardige zorgverlener

Ook moet er in de opleiding van de zorgmedewerkers en in de Wmo iets wezenlijks veranderen en dat is dat de mantelzorger als gelijkwaardige gezien moet worden in de zorgdriehoek: zorgmedewerker, cliënt én mantelzorger.

Taak van gemeenten

Wat Liesbeth betreft ligt er ook een serieuze taak voor de gemeenten. ‘Het is nu eenmaal zo dat de gemeenten verantwoordelijk zijn voor de zorg van de inwoners. Jaarlijks is er 145 miljoen euro beschikbaar voor gemeenten om beleid te maken en hun mantelzorgers te ondersteunen in het belangrijke werk dat zij doen. Maar te vaak wordt dit geld niet benut en blijft beleid achter.’

Uit onderzoek is vorig jaar gebleken dat de economische waarde van mantelzorgers zo’n 20 miljard euro is. Als gemeenten dit tot hen door laten dringen, zou de investering in het ondersteunen van de mantelzorger ineens geen issue meer moeten zijn, volgens Liesbeth.

Volgens haar hoeft het niet zo ingewikkeld te zijn en kunnen de gemeenten zich vasthouden aan de acht vraaggebieden:

  • Informatievoorziening – Stimuleer de betrokken organisatie voor mantelzorgondersteuning in de gemeente om relevante informatie voor mantelzorgers eenvoudig beschikbaar te stellen, bijvoorbeeld via hun website.
  • Advies en begeleiding - Zorg voor één zorgloket of stel een mantelzorgmakelaar aan die de mantelzorger kan ondersteunen en helpen bij regelgeving.
  • Emotionele steun – Zorg voor een ontmoetingsplek voor mantelzorgers waar zij onderling informatie kunnen uitwisselen en steun bij elkaar kunnen vinden.
  • Educatie – Stel trainingen beschikbaar die mantelzorgers kunnen helpen in het verlenen van de juiste zorg aan hun naasten.
  • Praktische hulp mantelzorgers – Stel medewerkers van een sociaal wijkteam of gemeente beschikbaar om praktische hulp te verlenen, zoals het doen van kleine klusjes en boodschappen.
  • Respijtzorg – Zorg dat de mantelzorger ook af en toe zijn handen vrij heeft door activiteiten en opvang te regelen voor de zorgvrager. Uit onderzoek is gebleken dat deze maatregelen twee weken per jaar ziekteverlof van de mantelzorger scheelt.
  • Financiële ondersteuning – Straf mantelzorgers niet in de portemonnee als zij proberen zorg aan hun naaste te verlenen en compenseer (te) hoge kosten die zij moeten maken voor het verlenen van die zorg.
  • Materiële hulp en E-health – E-health kan helpen ouderen veilig en op een prettige manier zelfstandig te laten wonen. Het biedt de mantelzorger de mogelijkheid op afstand zijn zorgvrager in de gaten te houden.

Vertrouwen in de toekomst

Heeft Liesbeth er vertrouwen in dat het belang om de mantelzorger op meerdere vlakken te ondersteunen op tijd serieus genomen wordt, door alle betrokken partijen?

‘Als ik terugkijk op mijn tien jaar als directeur van MantelzorgNL dan heb ik echt vooruitgang gezien. Een jaar of vijf geleden werd onze organisatie eigenlijk nooit gebeld door een zorginstelling of wij iets voor ze konden betekenen in hun contact met de mantelzorger. Nu krijgen we bijna dagelijks een aanvraag. Dus dat is absoluut een teken dat de mantelzorger steeds serieuzer genomen wordt. Ook bij de politiek en bij VNG worden we steeds vaker gezien als een serieuze partij’, zegt Liesbeth met vertrouwen.

‘Maar’, volgt er ook, ‘ik maak me ook wel zorgen. De mantelzorger zorgt wel. Dus het is een makkelijk dossier voor overheidsinstanties om door te schuiven. Mantelzorgers zijn ook niet verenigd, dus staken, of amok maken zullen ze niet. Dat maakt het een kwetsbare doelgroep die snel aan de kant gezet wordt. Gaan we met z’n allen op tijd inzien dat deze groep niet meer aan de kant geschoven mág worden. Dat wordt de hamvraag…’

Inspiratiemaanden wonen, welzijn en zorg 2040

Op de webpagina "Inspiratie voor 2040" delen we succesvolle voorbeelden van woonzorgvisies, woonzorgconcepten en slimme interventies. Bovendien schetsen we een wenkend toekomstperspectief waarmee we betrokken partijen willen stimuleren het gesprek over wonen, welzijn en zorg in 2040 met elkaar aan te gaan. De vier thema's die daarin centraal staan en die we in oktober, november, december en januari centraal uitlichten, zijn:

  • Formele en informele ouderenzorg
  • Woonvormen voor ouderen
  • Vitale wijken voor ouderen
  • Anders samenleven en zorgen

We zullen aan de hand van onder andere interviews, ervaringen, onderzoeken en goede voorbeelden deze vier thema's uitlichten. We hopen op deze manier betrokken partijen te inspireren en hen te stimuleren het gesprek over 2040 met elkaar aan te gaan.

Houd onze website en LinkedIn-pagina goed in de gaten en laat je inspireren!

Deel dit bericht

Taskforce Wonen en Zorg bestaat uit: